OVERZICHTPLAN der indeling van de handleiding en inhoudsopgave van de afzonderlijke hoofdstukken en platen. _________ DEEL I. DE BASIS VAN HET ORNAMENT OF MOTIEF.
A. Geometrische motieven. 1 . Netpatronen. 2-4.   Bandmotieven. 5-7.  Vlakke patroonmotieven. 8 . Straalfiguren, veelhoeken en  stervormen. 9-10.   Het vierkant en zijn indeling. 11-12.  De driehoek, zeshoek en achthoek. 13-16.  De rechthoek en zijn indeling. 1 7 . De ruitverdeling en het trapezium. 1 8 . De cirkel en zijn verdeling. 1 9 . Maaswerk. 2 0 . De ellips en de korfboog. B . Natuurlijke vormen. a . Plantaardig organisme (flora van het ornament) 21-23.   Het acanthusblad. 24-26.   De acanthusrank. 27-28.   De laurier en olijfboom. 29-30.   De wijnstok. 3 1 . Lotus, papyrus en palmen. 3 2 . De klimop. 33-34.   Aren, hop, winde, heggerank. 3 5 . Verschillende plantenbladeren. 36-37.   Bloemen.
38-40.   Fruithangers, guirlandes en festoens. b . Dierlijk organisme (fauna van het ornament). 41-44.   De leeuw. 45-46.   Griffioenen en chimaera’s, 47-48.   De leeuwenkop. 49-50.  Tijgers, panters, rammen, lynxen. 5 1 . Diverse andere dieren. 52-54.   De adelaar. 5 5 . Vleugels. 56-58.   De dolfijn. 5 9 . Slakken en mosselen. 6 0 . Slangen. c . Menselijk organisme. 6 1 . Het masker. 62-64.   Maskers en mascarons. 6 5 . Het Medusa-masker. 6 6 . Grotesken. 6 7 . 6 8 . Halffiguren. 6 9 . Sfinxen en Centauren. 7 0 . Diverse koppen. C. Kunstmatige vormen.  71-72.   Trofeeën. 73-77.   Emblemen. 78-79.   Zwevende banden. 8 0 . Diversen.
__________________