Halffiguren.- Sfinxen en Centauren. 121
Plaat 68.
1.
Bronzen arm. Italiaanse Renaissance. Origineel in het South
Kensington Museum in Londen. (Aroundel Society,
kunstvoorwerpen). Halffiguur.
2.
Uit een plafondschildering in de Engelenburcht in Rome.
Italiaanse Renaissance.
3.
Van een schets van Polidoro da Caravaggio. 16e eeuw Italiaanse
Renaissance. Origineel in het Louvre in Parijs.
4.
Middendeel van een reliëf van het doksaal in de kathedraal van
Limoges. Franse Renaissance.
5.
Uit een bas-reliëf van J. Verchere. Modern Frans.
Sfinxen en Centauren. (Plaat 69.)
De
Sfinx
verbindt
het
menselijk
bovenlichaam
met
de
torso
van
de
leeuw,
een
specifiek
Egyptische
creatie.
Bekend
is
de
kolossale
sfinx
bij
de
piramiden
van
Memphis,
die
onder
Cheops
begonnen,
uitgehouwen
in
de
natuurlijke
rots
en
gedeeltelijk
aangevuld
met
metselwerk,
nu
grotendeels
in
stuifzand
bedolven,
op
een
respectabele
lengte
van
meer
dan
50
meter
kan
bogen.
De
meestal
mannelijke
torso
werd
in
sommige
gevallen
door
de
kop
van
een
ram
vervangen.
De
sfinx
is
de
hoeder
van
tempels
en
graven,
waarvoor
hij
niet
zelden
als
een
erehaag
in
rijen
ligt.
In
de
Oudheid
komt
het
mannelijke
bovenlichaam
in
de
plaats
van
het
vrouwelijke,
vleugels worden toegevoegd, vermoedelijk door Assyrische invloeden, en
de
liggende
figuur
wordt
nu
en
dan
in
een
half
opgerichte
veranderd.
De
Renaissance
gebruikt
sfinxfiguren
in
de
schilderkunst
(ook
wel
als
dubbelsfinx
met
een
kop
en
2
lichamen)
en
in
vrije
vormen
(als
vuurhond
e.d.).
In
de
Barok
siert
men
tuinen
en
portalen
met
liggende
sfinxen.
(Alleen
de
slottuin
van
Schwetzingen
al
herbergt
een
zeer
aanzienlijk
aantal.)
Centauren
zijn
wilde,
strijdlustige
gestalten
met
een
menselijke
bovenlijf
en
het
achterdeel
van
het
paard.
Ze
symboliseren
bij
de
Grieken
oorspronkelijk
een
volk
uit
Thessalië
dat
opviel
door
zijn
ruitertalent.
In
de
mythologie
worden
hun
gevechten
met
de
Lapithen
weergegeven.
Latere
uitbeeldingen,
zoals
de
Pompeïsche
muurschilderingen,
tonen
de
Centauren
minder
wild,
in
dienst
van
Dionysus
getemd,
met
eroten
en
bacchanten
allerlei
scherts
bedrijvend.
Het
ongemeen
decoratieve
karakter
van
deze
fantasiegestaltes
zorgde
ervoor
dat
de
Centauren
in
latere
stijlen
in schilder- en beeldhouwkunst niet zelden tot onderwerp dienen.